Boek Leven in balans en gewoon gelukkig zijn Ontdek ons boek: Leven in balans en gewoon gelukkig zijn

Alles in Balans

De impact van een echtscheiding op kinderen

De werkelijke reden... 

Hoe je het ook doet, kinderen hebben altijd last van een scheiding. Sommige therapeuten noemen een scheiding zelfs een ramp voor het kind. Maar kunnen ouders die ramp wel voorkomen zolang wij het gezin nog steeds als heilig beschouwen? Is die hoeksteen van onze samenleving nog wel zo stevig als we vaak geneigd zijn te denken?

Nu scheiden vaker voorkomt en er dus steeds meer kinderen zijn van gescheiden ouders, lees je ook steeds vaker tips over de zogenaamde ideale scheiding. Hoe doe je het zo dat je kinderen er zo weinig mogelijk last van hebben?

Ik las over een mediator die het zelf volgens de boekjes helemaal goed had aangepakt bij haar scheiding. Ze bleven bij elkaar in de buurt wonen, de kinderen konden naar believen bij de ene of de andere ouder naar binnen lopen, beide ouders bleven consequent samen sportwedstrijden en gesprekken op school bezoeken, ze communiceerden respectvol met en over elkaar, enzovoort , enzovoort.

Aanmodderen

Toch hadden de kinderen enorm onder de scheiding geleden. Achteraf vroeg ze zich wel eens af of ze niet beter hadden kunnen wachten met een scheiding in het belang van de kinderen.
Die overweging komt ook altijd bij ons op tafel als een stel tijdens relatiecoaching ontdekt dat er toch eigenlijk geen muziek meer zit in de relatie. En hoewel de meeste mensen inmiddels allang weten dat je niet bepaald een goed voorbeeld geeft aan je kinderen door bij elkaar te blijven terwijl je niet gelukkig bent, gebeurt het nog heel vaak dat stellen ervoor kiezen nog een tijdje (soms zelfs jaren) te blijven aanmodderen. Om de kinderen een zogenaamde veilige plek te bieden...

Het is natuurlijk de vraag hoe veilig die plek voelt voor kinderen als er geen sprake meer is van een vanzelfsprekende liefdevolle omgeving maar een omgeving met veel spanningen en ruzies. Maar buiten dat, komt het blijven aanmodderen vaker voort uit eigen angst dan uit werkelijke zorg om de kinderen.
Angst voor het oordeel van de omgeving, angst voor de emoties van de kinderen, angst om opnieuw te moeten beginnen, enzovoort.

Praatgroepen

Maar dat is een ander verhaal. Hier wilde ik het vooral hebben over het effect van een scheiding op kinderen. In therapeutenland is men het er in het algemeen wel over eens: Vechtscheidingen hebben de meeste impact op kinderen, maar ook als je volgens de boekjes een ‘ideale scheiding’ hebt, blijft het voor de kinderen een zeer traumatische ervaring.
Daarom zijn er programma’s ontwikkeld met praatgroepen voor de kinderen. Vaak op school waar immers steeds meer kinderen zijn van gescheiden ouders. Je bent in elk geval geen uitzondering meer als je ouders gaan scheiden.
Kinderen vinden het moeilijk om te wennen aan het idee dat je nooit meer samen op vakantie gaat, nooit meer samen naar opa en oma en nooit meer samen naar de dierentuin.
Logisch natuurlijk dat ze daaraan moeten wennen, want dat geldt voor alles wat nieuw is.

Maar hoe komt het nou dat kinderen in de regel goed kunnen wennen aan de meeste andere veranderingen in hun leven, zoals een verhuizing, de overgang van basisschool naar middelbare school, het overlijden van een opa of oma, noem maar op, maar dat een scheiding er onherroepelijk blijkt in te hakken als een bijna onherstelbaar trauma?

Het gezin als systeem

Voor een belangrijk deel zit dat zeker in de emoties en spanningen die de ouders beleven rondom deze ingrijpende levensgebeurtenis. Die kun je niet verborgen houden voor je kinderen, ook al doe je nog zo je best om alles netjes en soepel te laten verlopen.
En nu komen we bij de vraag waar het werkelijk om draait: waar komen al die emoties en spanningen van de ouders eigenlijk vandaan? We vinden het allemaal heel normaal dat een scheiding pijnlijk is. En het ís ook pijnlijk als je je lange tijd hebt gehecht aan iemand en je moet je nu langzaam maar zeker losmaken van die persoon. Maar dat is niet het enige. Het gaat hier ook om het idee dat het gezin als systeem zaligmakend zou zijn. En de mate waarin we met zijn allen gehecht zijn geraakt aan dat idee.

Wij als mens, zijn erop gemaakt om in groepen te leven. Bij stammen die nog ongestoord leven in de natuur, zie je dat nog steeds. Een groep van enkele tientallen mensen leeft met elkaar en biedt elkaar zorg en een gevoel van veiligheid. Als kind groei je op met een groep andere kinderen plus een aanzienlijk aantal volwassenen die je, afhankelijk van je levensfase, beurtelings kunt zien als jouw voorbeeld. Natuurlijk zijn je ouders er ook, maar dat zijn in feite gewoon twee van de vele volwassenen die er voor jou zijn.  Er is altijd wel iemand bij wie je aan kunt kloppen.
Ik schets hier bewust even een ideaalbeeld, want ook in die groepen ging en gaat niet alles over rozen, maar het leven in een soort van stam is in feite wel waar we als mens op gemaakt zijn.

Onmogelijke opgave

Totdat we in huizen gingen wonen en gezinnen gingen vormen. We scheidden ons af van onze ‘stamgenoten’ en vormden onze eigen zogenaamd veilige eenheden in kleine afgescheiden woonhuizen. Binnen die woning, binnen het gezin, was alles veilig. En we gingen er steeds verder in om die zogenaamde boze buitenwereld buiten te sluiten. Ons wantrouwen naar de buitenwereld is de afgelopen jaren alleen maar verder toegenomen en de veiligheid moest en zou gevonden worden in dat kleine krappe verband van het gezin. Ouders doen er alles voor om hun kinderen via het gezin een veilige basis te bieden. Zeker gezien de verwachtingen en eisen van deze tijd een bijna onmogelijke opgave. We weten niet beter dan dat het zo hoort. En dat geldt natuurlijk ook voor de kinderen. Logisch dus dat hun hele wereld in elkaar stort als het gezin wordt opengebroken!

Het beeld van het gezin als hoeksteen van de samenleving bestaat al generaties lang en is er inmiddels zo in gebeiteld, dat je dat er niet zomaar weer uit krijgt.
Er zijn ook ouders die hun kind een veel ruimere omgeving bieden met meer volwassenen om hen heen bij wie ze ook kunnen aankloppen als dat nodig is en die ze ook als voorbeeld kunnen nemen naast of in plaats van de eigen ouders. En als deze ouders gaan scheiden, kunnen ze die manier van leven misschien wel prima voortzetten. Ze zijn misschien zelfs heel goed in staat om zelf af te rekenen met hun emoties zonder de kinderen daarmee te belasten.

En toch kunnen ook die kinderen een trauma overhouden aan een scheiding. Niet vanwege de ouders, maar vanwege het ingesleten systeem. Want als de ouders je niet de boodschap meegeven dat het (complete) gezin de enige veilige plek is in je leven, dan doet de omgeving dat wel. Je ooms en tantes, de buren, de leraren op school. En wat dacht je van tv-series en het internet?

Ideaalplaatje

Het ideaalplaatje is nog steeds het gezin of eventueel een samengesteld gezin met nieuwe partners, maar ook dat is een gezin. Dat veranderen we niet van vandaag op morgen. En het niet of niet meer voldoen aan zo’n ideaalplaatje zal voorlopig nog wel voor teleurstellingen blijven zorgen bij kinderen.
Wat wij als volwassenen kunnen doen, is wel alvast kijken hoezeer we zelf vastzitten in die patronen. In hoeverre we zelf gehecht zijn aan die ideaalbeelden.

Misschien is het wel tijd voor nieuwe samenlevingsvormen die niet aan voorgeschreven regels voldoen. Want laten we eerlijk zijn: het samengestelde gezin is gewoon een kopie van het gezin dat er al was, mét dezelfde problemen en valkuilen en dezelfde moeilijke, bijna onmogelijke opgave om het allemaal perfect te doen. En dat is in het geval van een samengesteld gezin vaak een nog grotere uitdaging.

Gevangenis

Ik wil er hier niet voor pleiten om dan maar weer te gaan leven in stamverband. Dat zou een kunstmatige ingreep zijn en al snel weer verworden tot een systeem dat ook weer als een gevangenis kan voelen. Wel pleit ik voor een open kijk op veranderende samenlevingsvormen. Zonder oordeel van hoe het zou moeten zijn. Als je daar ook op die manier met je kinderen over kunt praten, zonder ze jouw eigen mening op te dringen, dan maken we een goed begin.

Misschien groeien we als samenleving uiteindelijk vanzelf toe naar nieuwe vormen van samenleven. De vraag hoe je nou werkelijke veiligheid biedt aan een kind staat daarbij centraal. Want hoe kleiner je wereldje als kind, hoe onveiliger die buitenwereld voelt. Of anders gezegd: hoe meer ervaring je opdoet in de buitenwereld, met andere kinderen en andere volwassenen, hoe groter de kans dat je een algemeen gevoel van veiligheid vindt in jezelf.

Ik zou nog wel een tijdje kunnen doorgaan over dit onderwerp, met een heleboel voorbeelden van dingen die ouders zoal doen om die veiligheid van hun kinderen te bewaken. Goedbedoelde acties en gedragingen die uiteindelijk misschien wel averechts zullen werken. Maar dat voert te ver voor nu. Daar wil ik graag binnenkort nog eens een nieuwe blog aan wijden.