De angst onder je ergernis
"Ergernis is een specifieke vorm van boosheid waarbij geen
angst komt kijken." Dit is geen uitspraak van ons zelf hoor, we zijn het er namelijk
niet mee eens.
Het is een uitspraak van een hoogleraar in de sociale psychologie, gelezen in
een artikel over ergernis.
Waar we het wel mee eens zijn, is dat ergernis een vorm van boosheid is. Maar onder die boosheid zit wel degelijk angst! Ik kan me voorstellen dat je die angst niet voelt op het moment dat je je kapot ergert aan een situatie of een persoon. Dan voel je vooral irritatie. Maar het is zeker dat ergens onder die irritatie, misschien wel diep onder de oppervlakte, een bepaalde angst verborgen is.
De 3 b’s
Boosheid (en dus ook ergernis) is, zoals wij het zien, één
van de drie hoofdemoties. Bang en bedroefd zijn de andere twee. En als we deze
drie b’s noemen, is er altijd wel iemand die vraagt naar de vierde b, de b van
blijheid. Dat is toch ook een emotie, die hoort er toch ook bij, krijgen we dan
te horen. In onze mensbenadering is de b van blijheid geen emotie maar
een gevoel. We hebben het dan over een soort van innerlijke blijheid, die er in
wezen altijd is. Het is jouw zon die altijd schijnt, tenzij er een wolk voor
komt drijven in de vorm van een emotie.
Emoties horen bij je drijfveren — je aangeleerde
eigenschappen — en blijheid hoort bij jouw persoonlijke missie, met de
bijbehorende aangeboren eigenschappen. Alles wat met jouw missie te maken
heeft, geeft je energie en alles wat met jouw drijfveren te maken heeft, kost
je energie. Dit om het maar even heel kort samen te vatten.
Ergernis en drijfveren
Om nu weer terug te komen op die ergernis: die komt altijd
voort uit je drijfveren. Iedereen heeft zo zijn eigen persoonlijke rijtje met
drijfveren (en specifieke uitingen daarvan). Een drijfveer die veel
voorkomt, is de ‘behoefte aan erkenning en waardering’.Als je niet van jongs af aan hebt meegekregen dat je er mag
zijn zoals je bent (en dat geldt voor het overgrote deel van de mensen), heb je
grote kans, dat je kampt met deze drijfveer. Die uit zich bij iedereen op een
andere manier. Maar het kan bijvoorbeeld zijn dat je er overgevoelig voor bent
als je het gevoel hebt dat je niet serieus genomen wordt. Of dat je steeds opnieuw
het idee hebt dat je omgeving niet in staat is om jouw werkelijke talenten te
zien.
Als je dan een collega hebt die de gewoonte heeft om
voortdurend vol trots te vertellen over haar prestaties of over de
complimentjes die zij gekregen heeft, kan het heel goed zijn dat die collega al
snel een bron van ergernis voor je wordt. ‘Heb je haar weer hoor, met haar
mooie verhalen!’
Of misschien heb je wel een vader die naar jouw idee geen gelegenheid voorbij laat gaan om jou te kleineren of jou het gevoel te geven dat je minder bent dan hij. Ook dat kan een enorme bron van ergernis zijn.
De echte bron van je ergernis
In beide gevallen zul je je waarschijnlijk niet bewust zijn
van enige vorm van angst. Op het moment dat je collega of je vader je zo aan
het irriteren is, voel je alleen maar ergernis, inderdaad een vorm van boosheid
dus. En je hebt misschien de neiging om de collega en je vader als de bron te
zien.
Maar als het je zou lukken die collega of die vader los te
koppelen van de situatie, en je kijkt naar wat er werkelijk met je gebeurt, wat
de werkelijke bron is van jouw ergernis, dan heeft het dus alles te maken met
jouw eigen drijfveer.
In dit
geval is het je behoefte aan erkenning en waardering, waarin, voor de zoveelste
keer, niet wordt voorzien. Je voelt dan wel een bepaalde vorm van boosheid,
maar wat er in feite wordt aangeraakt, is jouw oeroude angst om niet gezien te
worden en geen erkenning en waardering te krijgen.
Een andere drijfveer die veel voorkomt, is de behoefte aan
veiligheid. Een uiting daarvan kan zijn dat je erg gehecht bent aan wetten en
regeltjes. Zolang iedereen zich daar netjes aan houdt, voel jij je als het ware
veilig. Dan kan het heel goed zijn dat je je dood ergert aan mensen die zich
niet aan de regeltjes houden (bijvoorbeeld in het verkeer). Van dat laatste heb
ik zelf lang last gehad. Tot ik er een tijdje geleden achter kwam wat nou echt de
bron was van die ergernis: mijn oude angst voor zogenaamd onveilige situaties. Niet
letterlijk maar figuurlijk onveilig. Want ik was niet bang voor die fietser op
de stoep, ik wilde gewoon weten waar ik aan toe was.
Hoewel we dus drie hoofdemoties onderscheiden: bang, boos en
bedroefd (ofwel angst, boosheid en verdriet), is er eigenlijk maar één echte
oeremotie en dat is angst. Angst zou je kunnen zien als de moeder van alle
emoties. Ergens onder je verdriet en ergens onder je boosheid, en dus ook je
ergernis, zit altijd een bepaalde vorm van angst.
Belemmerd in het bereiken van je doel
Volgens de hoogleraar in het artikel waar ik het over had, is de belangrijkste oorzaak van ergernis dat je wordt belemmerd in het bereiken van een doel. Je leven zit volgens de hoogleraar vol met grote of kleine doelen en zodra je dus gehinderd wordt in het bereiken van één van die doelen, kan ergernis ontstaan. En ook hier kunnen wij ons slechts ten dele vinden in zijn bewering. Hij heeft het hier namelijk over doelen als boodschappen doen, mensen helpen of een gezin stichten. Bewuste doelen dus, bedacht vanuit je hoofd.
Natuurlijk kun je je (en zul je je waarschijnlijk ook) ergeren als je wordt belemmerd in je streven
naar dergelijke bewuste doelen. Maar als je er zo naar
kijkt, blijf je wel heel erg aan de oppervlakte. En datzelfde geldt dan dus voor
de oplossing. Ja, je kunt gaan relativeren door de situatie realistisch te
bekijken. Dan kun je gaan omdenken en vervolgens je doelen bijstellen. Dat werkt
misschien een tijdje, maar vroeg of laat steekt diezelfde ergernis weer de kop
op. Want de oorzaak zit namelijk niet in het niet bereiken van
je bewuste doelen maar in het steeds opnieuw ‘falen’ in je onbewuste doelen.
In
de eerder geschetste voorbeelden was je onbewuste doel het verkrijgen van
erkenning en waardering of het behouden van je zogenaamde veiligheid.
En dat zijn nog slechts twee van de vele drijfveren die achter jouw eventuele
ergernis kunnen zitten. Zo lang die drijfveren onbewust zijn en je dus de angst
niet kent die erachter zit, kun je blijven omdenken en relativeren tot je een
ons weegt. In wezen ben je alleen maar pleisters aan het plakken. Op zich is
daar niets mis mee. Dat kun je prima een leven lang blijven doen.
Maar als je echt bevrijd wilt worden van een steeds terugkerende ergernis, dan is de enige manier op zoek te gaan naar dat onbewuste doel en de angst die daarachter verscholen ligt. Alleen op die manier kun je eindelijk die bron aanpakken.
Onze zelf ontwikkelde mensbenadering en de praktische toepassing voor een leven in balans, hebben we beschreven in ons boek Leven in balans en gewoon gelukkig zijn.