Boek Leven in balans en gewoon gelukkig zijn Ontdek ons boek: Leven in balans en gewoon gelukkig zijn

Alles in Balans

Waarom ik niet van spelletjes houd

Ik ben geen spelletjesmens. Eigenlijk nooit geweest. Ik weet ook nog goed hoe ik mijn jongste broertje vroeger vaak teleurstelde omdat hij altijd op zoek was naar iemand die een spelletje met hem wou doen. Als ik al een keer meedoe met een spelletje, dan heb ik de neiging om alle regels te veranderen, of eigenlijk: om me van de regels niks aan te trekken. Het moet vooral leuk zijn, denk ik dan, en regeltjes volgen is niet mijn hobby.

Regels zijn in mijn ogen alleen handig (of eigenlijk noodzakelijk) in situaties die anders wellicht gevaarlijk zouden worden. Het verkeer bijvoorbeeld. Verkeersregels volg ik dan ook graag. Behalve natuurlijk als ik op zondagochtend vroeg al wandelend op een volledig lege kruising bij een rood stoplicht aankom. Dan steek ik gewoon over.

Die vind ik wel leuk 

Afgelopen zaterdag waren we bij mijn broer in Zwolle (diezelfde van de spelletjes). We waren al een tijdje in een diepgaand gesprek gewikkeld, toen mijn (stief)nichtje vroeg wie er meedeed met een spelletje. Zoals altijd, legde ik uit dat ik niet zo van spelletjes houd. ‘Behalve spelletjes waarbij je vragen aan elkaar stelt en dus dingen over jezelf vertelt aan elkaar’, zei ik. ‘Die vind ik wel leuk’.
Ze stond op om ter plekke zo’n spel in elkaar te flansen.

Een uurtje later zaten we met zijn vijven aan het nieuwe zelfgemaakte spel. Ieder had een eigen kleur en als je aan de beurt was, mocht je een briefje pakken met een vraag. Die vraag was steeds in een andere kleur geschreven en die kleur gaf aan voor wie de vraag bestemd was. Je moest dan eerst zelf het antwoord raden en de ander moest aangeven of je het goed had.

Wedstrijdelement 

Zo raadden we naar elkaars lievelingskleur, naar je beste prestatie van dit jaar, de verste reis die je ooit gemaakt had, enzovoort.
Ze had er nog wel een wedstrijdelement in gebouwd. Je mocht namelijk met de dobbelsteen gooien als je het antwoord goed geraden had en dan mocht jouw propje (met jouw eigen kleur) dat aantal stappen zetten. Dat zorgde nog wel even voor frustratie bij haar jongere broertje toen hij voor de tweede keer niet mocht gooien. Maar mijn broer paste de regels aan en besloot dat het niet uitmaakte wie er het eerste binnen was en dat we gewoon stopten als we allemaal binnen waren, of als we geen zin meer hadden (het werd overigens dat laatste).

Volgens mij diezelfde dag likete ik op Facebook een oude zwart-wit jeugdfoto. Ik had de laatste dagen al vaker jeugdfoto’s voorbij zien komen en het is altijd leuk om te kijken of je iemand nog herkent. Even later ontving ik via Messenger een bericht: ik had de foto geliket en nu moest ik zelf ook een zwart-wit foto uit mijn jeugd plaatsen met daarbij de opmerking: ‘Uitdaging aangenomen!’ Ik moest vooral geen spelbreker zijn, werd er nog bij vermeld.
Hoezo spelbreker? Als ik wil meedoen met een spelletje dan wil ik daar graag zelf voor kiezen. En meestal doe ik dus niet mee. 

Regels om de regels 

Opeens snapte ik beter dan ooit waarom ik niet van spelletjes houd. Behalve dat ik het wedstrijdelement al niet kan waarderen, en ik er dus plezier in heb om de regels aan te passen, is er nog iets anders. Ik ben er gewoon een beetje allergisch voor als er regeltjes gevolgd worden om de regeltjes. Als de regels dus zeg maar niet in dienst staan van jou maar andersom. En bij de meeste spelletjes heb ik het gevoel dat het erom draait wie het beste de regeltjes kan volgen die ook nog eens een ander voor je heeft bedacht.

Ik zie wel dat anderen er juist een uitdaging in zien om binnen de opgelegde beperking van een spel toch creatief, slim en handig te zijn, maar daar schep ik geen genoegen in. Het dagelijkse leven zorgt al voor voldoende beperkingen en verrassingen die elke dag weer nieuwe uitdagingen bieden om mijn leven op mijn manier te leven. Dat zijn uitdagingen die ik graag aanga, mét de bijkomende beperkingen. Maar als ik dan uit vrije wil meedoe met een ‘spelletje’, dan graag zonder de beperkingen die anderen hebben bedacht.

Als ik binnenkort al bladerend in oude fotoboeken een leuke jeugdfoto tegenkom en ik heb zin om hem op Facebook te delen, dan zal ik dat zeker doen. Maar niet omdat Facebook mij heeft verteld dat ik die ‘uitdaging’ wel moet aannemen omdat iemand het blijkbaar leuk vond om onnodige regeltjes te gaan bedenken en die vervolgens ongevraagd aan anderen op te dringen...