Boek Leven in balans en gewoon gelukkig zijn Ontdek ons boek: Leven in balans en gewoon gelukkig zijn

Alles in Balans

Eigenschappen van je ouders
Accepteer je de erfenis of niet?

 

Het is een geliefd gespreksonderwerp: welke eigenschappen heb je van je ouders? Wat heb je van je moeder en wat van je vader? En ben je daar blij mee of juist niet? Het lijkt een doodnormale vraag. Maar is het wel zo logisch om ervan uit te gaan dat we een belangrijk deel van onze eigenschappen simpelweg erven van onze ouders? En kunnen we er ook voor kiezen om bepaalde eigenschappen bewust niet over te nemen? Wij denken van wel. We denken zelfs dat wie jij werkelijk, diep van binnen, bent, weinig te maken heeft met eventuele eigenschappen van je ouders. Durf jij de uitdaging aan om achter je te laten wat niet bij je hoort en honderd procent jezelf te zijn?

In interviews met bekende personen wordt de vraag vaak gesteld: welke eigenschappen heb je van je ouders? En de meesten kunnen daar prima op antwoorden. Met veel plezier vertelt een zangeres dat ze het doorzettingsvermogen van haar moeder heeft en hoe dankbaar ze daarvoor is. Het heeft onder meer bijgedragen aan haar succes. Waar ze minder blij mee is, is een eigenschap die ze van haar vader heeft overgenomen. Die kan namelijk nooit nee zeggen. En zelf merkt ze ook dat ze vaak dingen tegen haar zin doet of dingen die eigenlijk niet goed voor haar zijn…

“Alsof we er zelf niets over te zeggen hebben”

Eigenschappen erven van je ouders is ook een geliefde inspiratiebron voor liedjes. Zo zingt Karin Bloemen in haar lied ‘Geen kind meer’ over de eigenschappen die je altijd zo haatte in je moeder en die je terugvindt in jezelf. Waarbij ze vervolgens aangeeft dat je nog maar moet afwachten of je ook de mooie eigenschappen hebt mee-geërfd.
Dat klinkt een beetje alsof we er zelf niets over te zeggen hebben… En gek genoeg lijken de meeste mensen dat ook te denken. Het overnemen van eigenschappen van je ouders wordt gezien als een gegeven waarbij je blij bent met de mooie eigenschappen en waarbij je soms vecht tegen de minder mooie eigenschappen. Of je ‘accepteert’ ze omdat het blijkbaar in de familie zit.

Aangeleerd

Zoals wij het zien, is het overnemen van eigenschappen van je ouders geen vaststaand gegeven. Het is iets wat zeker gebeurt, sterker nog, we doen het bijna allemaal. Maar het gaat dan in onze ogen (bijna) nooit om de eigenschappen die werkelijk bij jou horen.

In onze mensbenadering maken wij onderscheid tussen aangeleerde eigenschappen en aangeboren eigenschappen. Aangeleerde eigenschappen noemen wij drijfveren en aangeboren eigenschappen noemen wij missie-eigenschappen. Dat zijn de eigenschappen die echt bij jou horen en die met elkaar jouw persoonlijke missie bepalen: dat wat jij hier komt doen op deze aarde. Die persoonlijke missie is uniek en is dus bij iedereen anders.

De drijfveren zijn de eigenschappen die je in de loop van je leven hebt aangeleerd. Onder invloed van je ouders, je omgeving, de school, de maatschappij, enzovoort. Het zijn de eigenschappen die vaak goed bruikbaar zijn in deze maatschappij. Zoals bijvoorbeeld perfectionisme, de neiging om je aan te passen, moeilijk nee kunnen zeggen, enzovoort. Ook een eigenschap als doorzettingsvermogen hoort daarbij. Doorzettingsvermogen is namelijk een eigenschap waar je kracht voor moet zetten, een eigenschap die energie kost. Nu zijn de meesten van ons wel opgevoed met de overtuiging dat je hard moet werken om iets te bereiken, maar in onze visie is dat niet per se nodig. Als je leeft vanuit je missie, gaat leven moeiteloos en hoef je helemaal geen kracht te zetten. Dan gaat alles vanzelf, net als in de natuur. Dan heb je geen doorzettingsvermogen nodig, want dan zorgt je levenslust of je liefde voor het leven ervoor dat je doorgaat. Omdat het totaal geen moeite kost. En dat is meteen één van de kenmerken van missie-eigenschappen: die leveren energie in plaats van dat ze energie kosten. En die unieke missie-eigenschappen, die zijn helemaal van jezelf. Daar is niets van je ouders bij.

“Grappig, dat doet mijn vader ook altijd!”

Als wij met cursisten hun eigen unieke overzicht opstellen van (aangeleerde) drijfveren en (aangeboren) missie-eigenschappen, horen we geregeld dat ze eigenschappen herkennen van hun ouders. En opvallend genoeg, zijn dat altijd de drijfveren. De ‘aangeleerde’ eigenschappen dus. ‘Grappig, dat doet mijn vader ook altijd’, horen we dan, of: ‘oooh, dit doe ik inderdaad, maar ik herken het ook zo in het gedrag van mijn moeder!!’
Dan gaat het bijvoorbeeld om de neiging anderen te pleasen, de voortdurende behoefte aan controle, anderen langs de meetlat van jouw normen en waarden leggen, altijd doelmatig bezig willen zijn, perfectionistisch zijn, hoge eisen stellen aan jezelf én aan je omgeving, conflicten uit de weg gaan, de neiging om in te vullen voor een ander, enzovoort. 

Allemaal dingen waarvoor je hier niet op aarde bent gekomen, maar die je jezelf toch eigen hebt gemaakt omdat je dacht dat ze je op één of andere manier zouden helpen. Drijfveren zijn in wezen de eigenschappen die jou helpen te zijn wie je denkt te móeten zijn. En het is niet gek dat je daarbij (ook) je ouders als voorbeeld neemt. Al is dat een grotendeels onbewust proces.

Toch aangeboren?

Nu is er wel iets geks aan de hand met het overnemen van eigenschappen van je ouders. Hoewel wij het zien als aangeleerde eigenschappen, is het namelijk niet altijd letterlijk zo dat je ze na je geboorte hebt aangeleerd. In feite kun je (en zul je waarschijnlijk ook) al bij je geboorte bepaalde familie-eigenschappen meekrijgen. Eigenschappen die niet horen bij wie jij in wezen bent. Dat zijn de eigenschappen die van generatie op generatie worden doorgegeven en die je er gratis bij krijgt, simpelweg door in een bepaalde familie geboren te worden. Heel letterlijk gezien zijn dat dus aangeboren eigenschappen. Je krijgt ze immers mee bij je geboorte. Toch scharen wij ze niet onder de eerder genoemde missie-eigenschappen. Het zijn namelijk eigenschappen die wel ooit, door een eerdere generatie, zijn aangeleerd en die onbewust van generatie op generatie worden doorgegeven als patronen die je niet zo gemakkelijk doorbreekt. Toch is dat laatste zeker niet onmogelijk. Bij systemisch werk, in bijvoorbeeld familie-opstellingen, wordt bewust gebruikgemaakt van dit gegeven.

Maar in het algemeen kun je dus zeggen dat patronen die horen bij de familie, niet per se horen bij wie jij wezenlijk bent. Je krijgt ze weliswaar mee omdat je in een lichaam geboren bent dat is gemaakt door twee andere lichamen vanuit twee bepaalde families, maar je hoeft de patronen die in die families zijn ontwikkeld niet te omarmen en voort te zetten. Dat is jouw eigen keuze. Maar dan moet je je er wel eerst bewust van zijn.

Vastgeroeste overtuiging

Ervoor kiezen om (bepaalde) familie-eigenschappen níet over te nemen of af te leren, is overigens makkelijker gezegd dan gedaan. Het gaat hier om een overtuiging die behoorlijk is vastgeroest in de publieke opinie. En waarschijnlijk herken je het ook bij jezelf. Hoe snel zeg je niet tegen je eigen kind of tegen het kind van je vriendin of van je broer of zus: goh, wat leuk of wat goed, dat heb je echt van je vader of moeder!

Zo pompen we de gedachte er al vroeg in dat je eigenschappen blijkbaar een cocktail zijn van dingen van moeder, vader, de opa’s en de oma’s. Behalve de dingen die niet direct worden herkend. Die zijn dan, heel misschien, wel van jezelf…
Hoe goed ook vaak bedoeld, het is niet heel respectvol om op die manier tegen kinderen te praten. En dan hebben we het nu nog alleen over de (zogenaamd) positieve versie. Kinderen krijgen het ook te horen als het gaat om eigenschappen die minder worden gewaardeerd ( ‘Je bent al net als je vader!’).
Behalve dat dit niet bijdraagt aan je gevoel van eigenwaarde, geeft deze manier van denken ook het idee dat je zelf nauwelijks invloed hebt op wie je bent. Je bent immers ‘slechts’ het eindresultaat van een mengeling van familie-ingrediënten?

Mengsel

Misschien wel mede door de (scheppende) kracht van die vastgeroeste gedachte, lijkt het ook nog voor een groot deel te kloppen dat mensen een mengsel zijn van overgenomen eigenschappen uit de familie. Van veel mensen zien we in het dagelijks leven namelijk niet veel meer dan hun aangeleerde (en overgenomen) eigenschappen. Ze richten hun leven in, gestuurd door hun drijfveren. Een bundeling van aangeleerde of aangenomen eigenschappen die alleen maar energie kosten en die in wezen op angst gebaseerd zijn.

Eigenschappen die een grote donkere wolk zijn gaan vormen die het zonnetje dat je werkelijk bent, belet om te schijnen. Dat zijn uiteraard niet allemaal eigenschappen van je ouders en grootouders, maar die zitten er wel tussen. Je drijfveren stellen jou in staat om te zijn wie je denkt dat je in de maatschappij moet zijn. En voor veel mensen is dat ook het beeld dat ze van zichzelf hebben. Terwijl er achter die wolk nog altijd de zon is. Die zon die staat voor jouw licht, jouw eigenheid, waarbij heel andere eigenschappen horen.

Jouw persoonlijke missie bestaat uit een uniek palet van eigenschappen die je niet hebt overgenomen van je ouders of je grootouders. Natuurlijk kunnen er eigenschappen bij zijn die je ook ziet bij één van je ouders of grootouders. Maar dat is dan toeval. Je hebt ze niet overgenomen. Want missie-eigenschappen horen bij jouw ziel, bij jouw wezen en niet bij je lichaam. En iedereen heeft een andere combinatie van missie-eigenschappen. Juist dat is wat jou uniek maakt.

“Hoe bewuster je in het leven staat, hoe bewuster je ook
wordt van de eigenschappen die niet bij je horen”

Maar hoe kom je nou bij die missie en hoe zorg je ervoor dat je jouw missie-eigenschappen een hoofdrol geeft, in plaats van de eigenschappen die je hebt overgenomen van je ouders (en anderen)? Dat heeft alles te maken met bewustzijn. Hoe bewuster je in het leven staat, hoe meer je je ook bewust wordt van de eigenschappen die eigenlijk helemaal niet bij je horen. Het goede nieuws is dat je deze eigenschappen, omdat ze (ooit) zijn aangeleerd, ook weer kunt afleren. En het leuke is dat dat bijna vanzelf gaat als je voorrang gaat geven aan je aangeboren eigenschappen. Als je steeds meer wordt zoals je eigenlijk bedoeld bent en steeds meer jouw eigen persoonlijke missie leeft. Je zult merken dat de eigenschappen die je dacht te hebben van je familie als vanzelf van je af vallen. Je word steeds meer jouw eigen complete zelf. Zonder de aangeleerde dingen die al nooit bij je hoorden. Maar hopelijk mét een gevoel van dankbaarheid voor de (levens)ervaring die je wel mede dankzij je familie hebt meegekregen.

Durf jij het aan?

En nu de vraag waar het allemaal om draait: durf jij het aan? Pak jij die uitdaging op om dat wat niet bij jou hoort en wat je in wezen niet meer dient achter je te laten? Ondanks dat die eigenschappen toch ook wel een bepaald gevoel van vertrouwdheid en misschien zelfs veiligheid met zich meebrachten? Durf jij je daar los van te maken door de erfenis simpelweg niet te accepteren om voor 100 % jouw pure zelf te kunnen zijn?

Aangeleerd of niet?

In onze mensbenadering gaan wij uit van een duidelijk onderscheid tussen aangeleerde eigenschappen (drijfveren) en aangeboren eigenschappen (die horen bij jouw persoonlijke missie). Eigenschappen die je overneemt van je ouders, vallen altijd onder die eerste categorie. Hieronder de kenmerken van beide soorten eigenschappen:

Drijfveren

(de eigenschappen die jou helpen te zijn wie je denkt dat je zou móeten zijn)

Missie-eigenschappen

(de eigenschappen die horen bij jouw persoonlijke missie, die jou maken tot wie jij werkelijk bent)

Zijn aangeleerd of overgenomen onder invloed van je omgeving

Zijn aangeboren

Komen vanuit je hoofd/denken/emoties

Komen uit je hart en je gevoel

Kosten je energie

Geven je energie

Zijn bijna altijd gestuurd door angst

Maken je blij

Gaan gepaard met kracht zetten, forceren

Brengen je in een flow, zorgen voor moeiteloosheid

Leiden nooit tot duurzame oplossingen

Zijn gericht op het bereiken van een doel

Leiden tot duurzame oplossingen


Stellen niet het doel centraal maar de weg er naartoe

 

Onze mensbenadering
Onze mensbenadering